Slissen en Lispelen
Bij slissen of lispelen wordt de /s/ verkeerd uitgesproken. Door te slappe tongspieren of te weinig beheersing van de tongmotoriek klinkt de /s/ onzuiver. In ernstige gevallen wordt het spreken hierdoor slecht verstaanbaar en soms als zeer storend ervaren. Sociaal gezien kan zo'n foute /s/ tot gevolg hebben dat een kind er in de klas mee geplaagd wordt. Volwassenen kunnen problemen verwachten als zij een spreekberoep kiezen.
Slissen of lispelen ontstaat meestal tijdens de spraakontwikkeling, maar kan op alle leeftijden voorkomen.
Bij het slissen wordt de tong naar voren tegen of tussen de tanden geduwd waardoor een onzuivere /s/ wordt gehoord. Soms wordt ook bij andere klanken de tong naar voren geduwd, zoals de /t/, de /d/ en de /n/.
Bij lispelen wordt de tong zijwaarts breed tussen de zijtanden of kiezen geschoven. Ook dan ontstaat een onzuiver /s/-geluid (laterale /s/). Kinderen of volwassenen met een open beet, bij wie er te veel ruimte is tussen de onder- en boventanden, zullen hun tong vaak tussen de opening van de tanden duwen, waardoor een foutieve /s/ wordt gehoord. Als de /s/ verkeerd wordt uitgesproken, zijn andere klanken, zoals de /z/, /sj/ en /zj/, vaak ook fout.
Slissen en lispelen gaan vaak samen met afwijkende mondgewoonten (duimen, speen- of vingerzuigen en open mondgedrag). Hierdoor kan de stand van het gebit beïnvloed worden. De tong duwt, door de voorwaartse of zijwaartse bewegingen, de tanden uit elkaar waardoor bijvoorbeeld een open beet ontstaat. Gebitscorrectie heeft in zo’n geval alleen effect als ook de afwijkende mondgewoonten en het slissen worden afgeleerd.
Wat doet de logopedist?
De logopedist gaat na wat de oorzaak van het slissen is. Meestal is er sprake van afwijkende mondgewoonten (geweest). Met oefeningen worden de spieren in de mond versterkt en men leert de tong op de juiste wijze te gebruiken. Het onderscheid tussen een goede en een foute /s/ wordt aangeleerd; hierbij worden het luisteren, kijken en voelen ingeschakeld. Eerst wordt geleerd alleen de /s/ goed uit te spreken, daarna volgt de /s/ in lettergrepen, woorden en zinnen. Tenslotte moet de goede uitspraak gebruikt worden in het gewone spreken.
Het resultaat van de behandeling hangt af van de oorzaak van het slissen en van factoren als leeftijd, motivatie en inzet.